Theoretische achtergrond

  1. Wat is cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie?

    Cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie wordt gekenmerkt door drie P's: die van Persoonsgericht, van Procesgericht en van Pragmatisch.

    Persoonsgericht houdt in dat de cliëntgericht-experiëntiële psychotherapeut(e) de cliënt als uniek individu als uitgangspunt neemt Daarnaast betekent persoonsgericht werken ook dat de cliënt, in overleg met de therapeut(e), bepaalt welke doelstellingen men met de therapie wilt bereiken. Cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie schept de voorwaarden waarbinnen men eigen oplossingen en waarden kan (her)vinden.

    Procesgericht houdt in dat problemen en klachten gezien worden als uitingen (symptomen) van een - op sommige punten - verstoord ontwikkelingsproces. Het kind of de jongere ervaart een kloof tussen wat het denkt, voelt en doet, tussen wat het wilt en wat het durft of kan. Hier spreken therapeuten van een gestagneerd (ontwikkelings)proces. In psychotherapie is men bezig processen van denken, voelen en handelen (weer) in beweging te brengen, zodat men de eigen individuele ontwikkeling kan vervolgen.

    Daarbij sluit een psychotherapeut(e) vooral aan bij de huidige levenssituatie van een kind, maar ervaringen van vroeger of ervaringen van de ouders kunnen ook aan de orde komen.

    Pragmatisch houdt in dat de psychotherapeut(e) met zijn/haar werkwijze aansluit bij wat het kind/de jongere en de ouders nodig hebben. Bij de één zal het gaan om wat zich tijdens de sessie van binnen bij het kind/de jongere of de ouders afspeelt, bij de ander zal de psychotherapeut(e) werken met opdrachten. Welke techniek(en) de psychotherapeut(e) toepast hangt af van aard van het kind/jongere, van het probleem, van de persoonlijke stijl van de psychotherapeut(e) en van de fase waarin de therapie zich bevindt. De psychotherapeut(e) zal inspelen op alles wat het proces van (zelf)onderzoek en ervaren kan stimuleren.

    Hoe ziet een cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie er uit?

    De therapeut zal vragen aan kind/jongere en ouders om bij de ervaring stil te staan, dat wil zeggen bij wat men van binnen voelt. Dat is de kern waar het om draait in clëntgericht-experiëntiële psychotherapie.

    Bij het ervaren komen soms emoties los, zoals kwaadheid, verdriet of blijdschap. Dit stilstaan bij gevoelens kan moeilijk en ongewoon zijn. Uw psychotherapeut(e) zal u hierbij aanmoedigen en steunen, zodat het mogelijk wordt moeilijke of pijnlijke ervaringen onder ogen te zien en te verwerken. Tijdens dit proces leert u anders tegen uzelf en uw situatie aan te kijken.

    Een cliëntgericht-experiëntiële psychotherapeut(e) draagt geen oplossingen aan, maar helpt iemand zijn eigen oplossingen te zoeken.

    Uw psychotherapeut(e) zal de gevoelens en gedachten die hij/zij in het contact met u ervaart ter sprake brengen. Zo krijgt u zicht op wat u bij iemand anders oproept.

    In de loop van de therapie zult u steeds meer dingen bij uzelf gaan (h)erkennen. Niet alleen de lastige, maar ook de sterke kanten van uw persoon. Door beperkingen onder ogen te zien en door meer gebruik te maken van uw mogelijkheden, zult u er beter dan tevoren in slagen met moeilijke situaties in uw leven om te gaan. Daarmee zullen uw klachten verminderen, dan wel verdwijnen.

    In een langer durende clëntgericht-experiëntiële psychotherapie is de kans groot dat u stuit op algemene, existentiële thema’s, zoals dood en vergankelijkheid, fundamentele eenzaamheid, verantwoordelijkheid en keuze, en vragen betreffende de zin van het leven. De psychotherapeut(e) is hierin geen gids of moralist. Wel is hij/zij uw gesprekspartner, die met aandacht en respect zal luisteren. U bent daarmee in een clëntgericht-experiëntiële psychotherapie in de gelegenheid om met uw psychotherapeut(e) na te denken over de vraag welke invulling u aan uw verdere leven wenst te geven.

    Cliëntgericht-experiëntiële psychotherapie kan in diverse settingen plaats vinden, dat wil zeggen in een individueel contact met kind of jongere, samen met ouders of gezin en kan, afhankelijk van het probleem, korter of langer duren.

  2. Wat is speltherapie?

    Handjes

    Speltherapie is een vorm van psychotherapie voor kinderen, waarbij spel als middel gebruikt wordt om een kind te begrijpen en te helpen.

    Waarom speltherapie? Speltherapie is een effectief hulpmiddel om een gestagneerde ontwikkeling van het kind weer op gang te brengen. Het spel geeft het kind gelegenheid om te ontspannen, gedachten, gevoelens en wensen te uiten, ervaringen te verwerken en te experimenteren met allerlei vormen van gedrag. De speltherapeut biedt het kind de mogelijkheid om nieuwe ervaringen op te doen, waardoor het kind emotioneel en cognitief nieuwe inzichten kan verwerven. Spel is de taal van het kind.

    Wanneer speltherapie? Wanneer (ingrijpende) gebeurtenissen of (psychische) problemen de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind belemmeren, kan speltherapie spelenderwijs een oplossing bieden.

    Er kan aan de volgende problemen gedacht worden:

    • Problemen met het uiten van gevoelens zoals, boosheid, angst en verdriet
    • Te weinig zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld
    • Last van nare gebeurtenissen, nachtmerries, angsten, trauma’s
    • Hechtingsproblemen
    • Moeilijkheden in de omgang met leeftijdsgenootjes, niet kunnen samenspelen, pesten, teruggetrokken gedrag
    • Moeilijkheden in de omgang met volwassenen, gedragsproblemen, slecht luisteren
    Hoe werkt speltherapie?

    De therapie vindt plaats in de spelkamer. Die is zo ingericht dat het kind zoveel mogelijk vrijheid heeft om met allerlei speelgoed en expressiemateriaal te spelen: verkleedspullen, gezelschapsspellen, zand, poppen, dieren, voertuigen, teken- en knutselmateriaal, bouwmaterialen, etc.

    De speltherapeut heeft alle aandacht voor het kind en bouwt met hem of haar een vertrouwensrelatie op. Dat duurt soms een paar weken.
    De therapeut volgt het kind in zijn spel, brengt onder woorden wat er gebeurt in het spel en/of speelt mee. De speltherapeut sluit aan bij de initiatieven van het kind, leert de speeltaal van het kind begrijpen en ondersteuning te geven bij het uiten en verwerken van problemen. De speltherapeut heeft een empathische en accepterende grondhouding en is voorspelbaar.

    Groep
  3. Wat is psychodrama?

    Children's Psychodrama Puppets

    Psychodrama is een psychotherapiemethode die cliënten helpt door middel van het uitbeelden van situaties in een individuele, familie- en groepssetting in plaats van er enkel over te praten. Scènes uit het verleden, heden en de toekomst, imaginair of reëel, krijgen een emotionele intensiteit door ze in het hier en nu uit te beelden.

    Popjes1

    Het actiesociogram is een psychodramatische methode die steunt op de ideeën van psychodrama-pionier Moreno i.v.m. het sociaal atoom. Moreno zag het sociaal atoom als 'de figuur of het diagram die de kleinste kern van individuen aangeeft met wie de persoon een significante positieve en/of negatieve relatie heeft' (Moreno, 1934). Het actiesociogram is een actiegerichte uitwerking van het sociaal atoom.

    Popjes2 Verhofstadt-Denève (2003) ontwierp een semi-gestructureerd protocol voor de psychodramatische toepassing van het actiesociogram bij adolescenten en jonge volwassenen. Hierbij werden stoelen of kussens gebruikt als symbolisering van de belangrijke anderen (gezinsleden, familie, vrienden,...). De theoretische achtergrond is in hoofdzaak gesteund op het fenomenologisch-dialectisch persoonsmodel van Verhofstadt-Denève (2001).

    In psychodrama met kinderen wordt gebruik gemaakt van popjes als symbolisering van de belangrijke anderen. Bij aanvang zijn de popjes naakt, zonder haar en mond. Het kind en de therapeut kleden elk een popje aan voor zichzelf. Vanaf dan wordt er enkel via de popjes gesproken, dit maakt het allemaal wat speelser en minder confronterend.

    Popjes3 Vervolgens stelt het kind alle personen die voor hem belangrijk zijn, voor door middel van een popje dat op een tapijt wordt geplaatst, het kind kiest hierbij zelf de afstand tussen de popjes. Het kind kan eveneens dieren of fantasiefiguren toevoegen aan zijn sociaal atoom, aangezien deze vaak deel uitmaken van de realiteit van het kind.

    Door middel van gesprekjes met de verschillende popjes, worden de huidige relaties tussen de verschillende personen geëxploreerd. Zo krijgen we een beeld van het zelfbeeld van het kind, hoe hij over de anderen denkt (alter-beeld. Vb.: "Papa, word jij snel boos?") en welk beeld hij denkt dat anderen over hem hebben (meta-zelf. Vb.: "Mama, vertel eens, heb jij een brave zoon? ") Tijdens deze gesprekjes wordt het kind haast automatisch de persoon van wie hij het popje vastneemt. Kinderen passen spontaan hun intonatie, stemvolume, zinsbouw en gedrag aan.

    Deze methode is ook erg geschikt om bepaalde thema's die centraal staan in het leven van het kind uit te diepen (Vb. verlies van een dierbare).